Huiswerk Puppycursus

Tijdens de puppycursuslessen leren we begeleider en pup de meest basale cues of commando’s zodat de pup op een fijne manier integreert in gezin en samenleving. Het échte leren gebeurt vooral tijdens de dagen dat er geen les is; het leven is natuurlijk geen afgesloten terrein of een gecontroleerde omgeving. Daarom is het van belang thuis te oefenen en de geleerde cues in de praktijk te brengen. Als geheugensteuntje vind je hieronder enkele oefeningen als huiswerk behorende bij de puppycursus.

Week 1 – 2

  • De Ultieme Motivator: Ga eens na waar je pup enorm warm van loopt: is dit een bepaald snoepje, speeltje een liefdevolle aai/knuffel? Of misschien wel heel iets anders? Als je de ultieme motivator van je hond kent, kun je steeds moeilijkere oefeningen doen. Hoe moeilijker namelijk de oefening, hoe groter de beloning die je geeft. Houd hierbij rekening dat voor de ene hond een bepaalde oefening veel moeilijker kan zijn dan voor de andere…(en daarmee ook de beloningsgraad). Check om de zoveel tijd of de ultieme motivator nog steeds hetzelfde is. Net als bij ons, kan bij honden ook mettertijd de smaak veranderen.
  • Ontspannen meelopen: vraag eerst de aandacht van de pup (”Let op”, klikken met de tong of ander geluid) en beloon als de pup je aankijkt en rustig meeloopt. Dan zeg je: ”Goedzo <naam pup>!” Op deze manier geef je de naam van de pup een positieve lading.
  • De cue ZIT: Vraag de aandacht van je pup en breng een beloning/snoepje voor zijn neus terwijl hij staat. Beweeg met de beloning over het hoofd van de pup naar achter. De pup zal de beloning volgen met z’n neus en (uiteindelijk) gaan zitten. Zeg pas: ”Goedzo <naam pup>, dit is ZIT” als de pup ook daadwerkelijk zit. Anders beloon je ander gedrag (het achteruit lopen bijvoorbeeld).

Week 3 – 4

  • Ontspannen meelopen aan de riem: vraag eerst de aandacht van de pup (”Let op”, klikken met de tong of ander geluid) en beloon als de pup je aankijkt en rustig aan je rechter- of linkerzijde meeloopt. Op het moment dat de pup terwijl hij aan de riem naast je loopt naar je kijkt, zeg je: ”Goedzo <naam pup>!” Op deze manier geef je de naam van de pup een positieve lading. Dit is de opmars voor de cue VOLG.
  • De cue LIG: Vraag de aandacht van je pup en breng een beloning/snoepje voor zijn neus terwijl hij zit. Beweeg met de beloning recht onder zijn neus naar beneden en schuif deze daarna naar voren. De pup zal de beloning volgen met z’n neus en (uiteindelijk) gaan liggen. Zeg pas: ”Goedzo <naam pup>, dit is LIG” als de pup ook daadwerkelijk ligt. Anders beloon je ander gedrag (het kontje in de lucht houden bijvoorbeeld).
  • Het signaal NEE: Nee is een krachtig negatief signaal, dat we stiekem vaak gebruiken. Vanwege de intonatie van je stem, weten honden vaak best dat ze iets doen wat niet mag. Toch is het handig om NEE als signaal aan te leren, zodat geen twijfel bestaat dat je wil dat de pup ophoudt met waar hij mee bezig is. Neem een beloning in je hand. Ga op je knieën zitten met de hand gesloten voor het hoofd van de hond. Doe je hand open zodat de beloning zichtbaar en ruikbaar is. De hond zal de beloning willen pakken, maar voordat hij dit doet sluit je je hand en zeg je NEE. Als de hond weer rustig zit, open je de hand weer. Vermoedelijk zal de hond direct weer richting het snoepje gaan, dus dan sluit je je hand direct weer onder een ferm NEE. Herhaal dit nogmaals. Er komt een moment dat de hond wacht met direct naar het snoepje te gaan als je je hand opent. Dit is het moment om te belonen. De hond mag dan het snoepje opeten (”Toe maar”).